maandag 29 juni 2015

Prevakantiemanagement: helpen inpakken of wegwezen!

We gaan op vakantie en nemen mee… drie kinderen en een vouwwagen en wat-daar-ook-alweer-allemaal-in-moet. Voor dit laatste is sinds de oprichting van het management de kampeerpaklijst in het leven geroepen. Die behoefte ontstond bij mij na de geboorte van la bella. Ik wilde niet met een hoofd als een zeef (of was het nou een zeverig of een zweverig hoofd?) steeds weer bij die andere ouder in opleiding moeten navragen of hij het speentje/de luiers/de tuitbeker al gepakt had. Maar gewoon lekker afstrepen wat er al verzameld is.

Twee weken voor de geplande vakantieweek duikel ik versie zomer 2013 op. Die mag wat geüpdatet worden met een muppet verder die ook nog net aan het kruipen is. Babyuitzet en wat extra vouwwageninboedel toevoegen aan de lijst: check! Maar verder is de inhoud niet veel anders dan voor pakweg een vakantie naar Ameland. Het betere inpakwerk kan beginnen.
De dag voor gepland vertrek brengen we door met pakken. Maar het voelt als inpakken tussen de bedrijven door. Bedrijven zoals: entertainmentbedrijf Duplo & co voor de gebroeders muppet, baristabedrijf Capu alla casa voor het gehele managementteam (het is tenslotte toch al een la dolce vita vakantiedag), fruit- and funmomentjes voor het hele gezin en busbreng- en -ophaalservice voor la bella.

Door de jaren heen is het glashelder geworden: iedere keer tijdens het pakken – of het nu voor een weekend naar familie was, toen we nog in Nederland woonden of nu hier als we langere reizen maken – kom ik tot een moment waarop ik denk: ‘Ik geef het op! Waarom doe ik dit? Haal mij hier weg! Sop het lekker op. Allemaal.’ Maar de grap is dat ik deze gedachten wel heb, maar het nooit heb opgegeven, me af heb laten voeren of iemand de natte dweil heb toegeworpen. Al zou dat best eens leuk zijn. Nee, altijd komt er een eind aan dat eindeloos lijkende pakken. Er is altijd een moment te midden van alle chaos dat alles toch is verzameld en ingepakt in koffers, kratten, zakken en handtassen. En dat dit boeltje op wonderbaarlijke wijze in de auto past. Of zichzelf ertussen propt. Dus doordat ik dat nu weet, begin ik bij de eerste ‘ik geef het op’-gedachte al inwendig om mezelf te grinniken.

Om de spirit er lekker in te houden, is een hoogtepunt van de bedrijvigheid om samen met la bella en il piccolo più grande de kampeerpaklijst af te werken. Wat gaat er allemaal in hun koffers? En wie gaat dat erin doen? Zijzelf natuurlijk! Zodat ze zelf leren wat er meegaat in zo’n weekje vakantie en hoeveel ze van alles nodig hebben. ‘Haal twaalf onderbroeken uit je klerenkast.’ Check. ‘Vijf shirts met korte mouw.’ Dubbel check. ‘Wil je even meegaan, mama?’ ‘Natuurlijk, schat!’ De beste workouts voor la mama, op en neer van de koffer in de kamer bij de computer naar de slaapkamer van de muppets. Het zijn de kleine dingen die het doen. De kids oefenen intussen lekker met tellen. Onze stuiterbal begint zijn zus ongemerkt al aardig bij te benen. En allebei kunnen ze zelf hun kledingkeuzes maken. Ook leuk. La bella maakt dit keer al setjes: dit rokje moet bij dat shirt. Het moet niet gekker worden. Ik zal er maar niet bij vertellen dat mijn berenkleedje en postpapier een week voor vertrek al bij mijn ouders op de eetkamertafel klaar lagen, vroeger.

Dagelijks zijn we als gezin vooral bezig met wat er op dat moment mag gebeuren. Daarom zoeken we pas op de avond voor vertrek een camping. In tegenstelling tot in mijn vroegere dromen. Daarin bereidde ik vakanties voor, zoals in het kinderloze tijdperk: met het bestuderen van de reisgidsen een beeld krijgen van de prachtige omgeving waar je naartoe gaat en op basis daarvan een uitgekiende keuze maken voor de camping. Life with three muppets is different. Ook leuk en luchtig, en anders! We maken een selectie van drie campings. Volgens het principe: zorg dat je naast een plan A ook een plan B en C hebt. Belangrijk, in Italië.


De weersverwachtingen van ons gewenste vakantiegebied zien eruit als grijze wolkjes. Tien zalige minuten spelen we met het idee om toch zondag te gaan in plaats van zaterdag, morgen. Het idee van een dag ‘over’ voelt zo aanlokkelijk. Zo’n dagje in een soort luchtbel van niks. Een positieve invulling van het idee van ‘Ik geef het op!’ Gewoon adempauze creëren en vooral zorgen dat we die tent niet kletskliedernat moeten opzetten. Bij nadere bestudering blijken de wolkjes en temperaturen niet boosaardig genoeg om ons thuis te houden. Maar toch: het besef dat we altijd een keuze hebben wanneer we vertrekken, geeft een vrij gevoel van rust.



Intussen is het management met haar muppetshow op vakantie geweest. Prachtige plaatjes geschoten aan de Italiaanse kust van Ligurië, bij Cinque Terre. Een aanbeveling. De muppets hebben genoten van zon, zee, strand, zand, zwembad en speeltuin. En nu is het management zelf nog meer aan vakantie toe. Liefst met het hele managementteam. En een goeie masseur. Een leuke cocktailshaker ook. Een lief lachende kussenopschudmevrouw. Een zwoele Italiaanse barista, die elke cappuccio van een ander leuk word-ik-blij-van-figuurtje, in het melkschuim dan, voorziet. En last but not least een goeie entertainer/ interieurverzorger/ casalinga/ cuoco/ praatjesmaker die alla casa de boel een beetje leuk draaiende houdt. Zodat, als het team helemaal geknepen, geshaket en opgeschud terugkomt van vele cappuccinomomentjes, dit team gewoon met opgefriste lei kan beginnen. Lijkt me fijn, om even bij weg te dromen. 



Buona vacanza a tutti!

donderdag 4 juni 2015

Willetjes en welletjes

‘Welke jurk zal ik vandaag aandoen?’, vraagt la bella aan haar stuiterbroer. Dat doet ze zeker niet dagelijks, want zij kiest veel te graag zelf uit haar uitgebreide collectie. Maar vandaag is een speciale dag: broerlief heeft zijn kinderfeestje. Zijn eerste heuse kinderfeestje, omdat hij vier is geworden. En dan ook meteen een internationaal feestje. Het gestuiter is niet van de lucht. In de lucht, dat wel.

‘Je nieuwste omajurk, als je wilt’, antwoordt hij enthousiast met een vertederende zachtheid in zijn stem. En bij omajurk moet je dus niet denken aan een slonzige, vormeloze, oubollige bloemetjesjurk voor een oud omaatje in een oud-omaatjeshuis, maar aan een lichte, zonnige, zwierende, klokkende zomerjurk met vlindertjes, bloemetjes en bijtjes en andere onschuld. En dan met la bella erin, om het feest compleet te maken.

Klinkt als een ‘GO’, zou je denken. Maar, wonder boven wonder, niet vandaag voor la bella. Nee, ze komt triomfantelijk en licht uitdagend met een, ook leuk, alledaagser vlinderjurkje aanzetten. Huilend broertje in haar kielzog. Smijt zichzelf dramatisch op de bank, dat soort werk.

Intussen staat la mama de groengekleurde pasta di zucchero voor de Ninja Turtle taart uit te rollen op tafel. Hèt ideale moment natuurlijk om bij la bella en haar broer in te mogen grijpen.

‘Lieverd, zie je dat je broer verdrietig is? En dat hij iets anders wil dan jij nu doet? Nadat jij hem vroeg welke hij wil dat jij draagt, omdat hij zijn feestje heeft?’. Dubbele frons in haar voorhoofd. Noem het maar gerust de ‘onweerlook’. Nog net in staat met donkere ogen onder de frons bliksem te schieten. Armen gesloten over elkaar. Stamp op de grond ter ondersteuning. Goed opgelet bij ‘If you are angry and you know it stamp your feet’ (https://www.youtube.com/watch?v=l4WNrvVjiTw Super Simple Songs – If you are happy and you know it).

‘Als ik de omajurk aandoe en we gaan spelen, wordt hij vies of gaat hij stuk.’ Terwijl ik in mijn geheugen graaf, wanneer ikzelf met deze boude uitspraak gedreigd zou hebben, gaat er langzaam een lampje branden. Typisch geval van een spaarlampje. Een tijdje geleden had ze een heerlijk felgekleurd zomerjurkje aan naar school van een fijn Spaans merk. Want over het algemeen luidt ons devies met kleding: ‘Doe het maar lekker aan, want daar is het voor. Niet om in de kast te laten hangen en kwijlend naar te kijken.’ Althans, dat was tot dan toe het devies. Maar aan het eind van die schooldag kwam ze thuis met een grote scheur in de jurk. Toen zal ik dus zo’n uitspraak gedaan hebben als: ‘Zulke speciale jurken moeten we maar niet meer aandoen naar school of met spelen.’ Ik heb die naaigenen niet van oma geërfd, namelijk. Mmm…van die uitspraak is mijn meisje dus best geschrokken.

‘Maar meisje, doe hem nu maar gewoon aan! Als hij vies wordt , kunnen we de omajurk wassen. En zo snel gaat een jurk toch echt niet stuk met spelen? Als je naar buiten gaat en bang bent voor scheuren, kun je nog altijd een ander jurkje aandoen.’ Maar de weerstand van la bella houdt aan, wordt heviger. Mijn deegroller wacht geduldig. En mijn geduld wordt minder, zodra het gestamp en geschreeuw van la bella in kracht toeneemt. Uiteindelijk is het welletjes en stuur ik, inmiddels ook fel, haar naar haar kamer.

Als ik tot tien hebt geteld (werkt altijd goed voor kids èn mama’s), ga ik op haar kamer met haar in gesprek. ‘Maar hij zei: “Als je wilt”, zegt ze nog steeds boos ‘en ik wil dat niet.’ vervolgt ze. ‘Ik mag kiezen.’

Aha. Nu sta ik dus tussen twee willetjes van twee mensjes. Het ene willetje is boos, omdat ze niet mag doen waar zij voor gekozen heeft. Het andere willetje is verdrietig, omdat zijn zus niet doet wat hij haar vraagt. En de beleefdheidsvorm ‘Als je wilt’ moet hier dus even hoognodig uit het raam gesmeten worden. En het verdrietige willetje mag vandaag voor zijn verjaardagsfeestje de leiding nemen wat mij betreft. Dus ik zeg: ‘Hij zei wel “Als je wilt.”, maar aan zijn verdriet kun je zien dat hij dat niet bedoelt. Hij bedoelt: “Ik wil dat je deze jurk voor me aantrekt. Want die vind ik mooi.” Basta cosi.

Ze trekt de kastdeur met een stevige zwaai open om haar ongenoegen niet onopgemerkt te laten. Ik besef dat net als zij boos blijven geen oplossing biedt. Dus ik vraag haar naar de onderliggende reden van haar pittige gedrag: ‘Vind je het spannend dat je broer een feestje heeft?’. De erkenning blijkt een opening te bieden door de muur van boosheid en oneerlijkheid. ‘Ja, ik vind het spannend dat al die kindjes komen die ik niet ken en niet kan verstaan. Wat moet ik dan zeggen?’ Dikke tranen rollen over haar wangen.

Daar komt de aap uit de mouw. Ik ontspan en erken dat het ook spannend is. Maar dat broerlief of het managementteam het Italiaans of het Engels dat de kindjes spreken, voor haar kunnen vertalen. En dat er uiteindelijk maar maximaal zes kindjes komen, van wie er twee de Franstalige buurkindjes zijn. Met wie ze vanaf het moment dat we hier kwamen wonen, met handen en voeten en steenkolen Engels-Italiaans en gebarentaal al zo stoer speelt. Daarnaast maximaal twee andere kindjes van de Europese crèche, die elk wellicht een broertje of zusje en hun ouders meenemen. Ik rits haar jurk dicht.

Het kinderfeestje verloopt in al haar chaos en gezelligheid. Bij haar bed fluistert la bella me ’s avonds toe: ‘Ik ben blij dat mijn broer de omajurk voor me had uitgekozen vanochtend.’ Ontroerd door deze ontwapening verlaat ik haar kamer.

Later vertelt il papa me hoeveel complimentjes la bella heeft ontvangen van de gasten over haar omajurk. En hoe iedereen haar vroeg zo mooi te zwieren met haar jurk. De emotionele rollercoaster met i bambini is weer tot stilstand gekomen. Het leven danst weer. De taart wordt een happy turtle.