Jij bent één jaar geworden. En wat voor een jaar gaf je ons!
De verloskundige die je op de wereld heeft geholpen, noemt je al snel gekscherend ‘Boeddha’. Nogal makkelijk met je gezonde Hollandse vier kilo naast je twee pasgeboren kamergenootjes van respectievelijk een halve kilo en wel 1,3 kilo minder. Maar niet alleen vanwege je bolle babytoet en toebehoren oog je als een Boeddha, in je babyleven ben je tot nu toe behoorlijk bright and shining. Een breeduit lachende Boeddha die de kennis die hij heeft van het leven, vol overtuiging en onbevangenheid doorgeeft. Hoe heb jij onze geest in het afgelopen jaar verrijkt?
In jouw Nederlands-Italiaanse leven schijnt de zon. Nogal. Krachtige Italiaanse zonnestralen met Nederlandse reflecties in je helderblauwe ogen. Reflecties van een uitbundig knuffelende en dansende zus en een uitgelaten meekruipende broer. Reflecties van een papa die je in je ogen kijkt en naar je glimlacht. En een mama die elk ogenblik vrolijk van je wordt. Jouw plezier spat ervan af met je trappelende, mollige beentjes, bij het zien van deze en vele andere zonnige mensen die je in je jonge leventje al mochten omringen. Levensles: Straal!
Elke Italiaan ziet meteen dat jij geen Italiaan bent, maar een biondo bellissimo con occhi azzurri. Dat zeggen ze. Jij beantwoordt dat met een kraaitje en een ontspannen glimlach. Levensles: Italiaanse complimenten over je uiterlijk mag je in ontvangst nemen en wel met een big smile! Il fratello paste deze levensles gisteren toe langs het strand. Hij kreeg een enthousiast ‘Ciao bello’ toegeworpen van een vriendelijke vrouw van middelbare leeftijd. Zijn luid en duidelijke antwoord op dat vleiende compliment: ‘Ciao bella!’ Enthousiast en ontwapenend. Over het in de strijd gooien van je charmes als je vier bent, gesproken. Weinig woorden voor nodig. In ieder geval alleen de essentiële Italiaanse.
Jij praat inmiddels ook alsof je al hele begrijpelijke zinnen maakt en gelijkwaardige gesprekken met je broer en zus – en met de hele wereld eigenlijk – kunt voeren. ‘Krdkaka kdnk brakada drakrr.’ Het gezicht dat je daarbij trekt, spreekt boekdelen. Net zoals het vol overtuiging knikken met je hoofd. En je nieuwsgierige bolletje iets laten zakken op het terras om onder een parasol door te kijken naar wat iemand een tafeltje verderop zit te doen. Toch kan ik nog geen Nederlands of Italiaans maken van je gebrabbel. Laat staan kaas. Of formaggio. Hoewel… laatst zei ik tegen je: ‘Jij bent ook zo’n lekker ding, hè?’ Toen zei jij duidelijk: ‘Jij ook!’ Oké, je praatte wel met je mond vol. Maar bij zo’n belangrijke mededeling als deze zie ik dat graag door de vingers.
Zoals ook het eten met de voetjes op tafel. Een heel ontspannende bezigheid! En het opeten van je voetjes zelf doe je natuurlijk om je yoga-achtige flexibiliteit te showen. Snap ik. Want zo flexibel ben je nog, Boeddha of niet. En dat vereist uiteraard ook oefening. Je eet vanaf je eerste banaan met zes maanden alsof je een compleet gebit hebt. Al zijn het nu nog maar zes voortanden. En je kiept met vakkundige precisie water uit je tuitbeker om ‘spat eens met je handjes’ op de kinderstoel te doen. Als variatie op het van een van je oudtantes geleerde ‘klap eens in je handjes’. Ja, het leven met jou is een feest. Zo nu en dan in de vorm van een waterballet. Compleet met applaus en reprise.
Het is bijzonder dat jij als klein mannetje al zo veel teweeg kunt brengen. Je slaakt kreetjes om aandacht, gilletjes als het te lang duurt en brullen lukt ook als het echt moet. Als je geen zin meer hebt in je pasta, belandt het als een mooi stilleven onder je stoel. En in de weidse omtrek daarvan. Als je opgetild wilt worden, strek je je armen naar me uit. En dan moet ik dus echt niet proberen om met je te gaan lopen. Flauwekul. Levensles: Communiceer duidelijk. Dat kan prima non-verbaal. En daar is iedereen bij gebaat.
Nachtvoedingen moet je als moeder koesteren. Volgens een bekende Nederlandse verloskundige althans. Dit “mantra” herhalen we dan nog steeds na drie kinderen. Al is het met licht cynisme als we allebei het liefst willen slapen. Zoals bijvoorbeeld ‘Je bent dit moment toch wel aan het koesteren, hè?’ met de intonatie van iemand die een pistool tegen je slaap houdt. Zolang de oxytocine effectief is om lol en verbinding van mij met jou te hebben ’s nachts, lukt dat koesteren wel. Dat was niet zo als ik zou denken: ‘Ik. Wil. Slapen. NU.’ Voor jou zijn die gebroken nachten geen punt, omdat jij daarnaast ook overdag gewoon lekker en lekker lang tukt. En jij overdag tijdens de voeding ietsje, een heel klein beetje maar, wordt afgeleid door la bella en haar oudste fratello.
Want het liefst doe je mee met alles wat zij doen. Zo snel en uitbundig mogelijk. Daarom heb je ook een bijzondere tijger-sluip-move die het midden houdt tussen schuiven op een arm en kruipen. Dat lijkt vooralsnog nog het snelste. Toch heb je je eerste echte schoentjes gekregen. Als stimulans om heuse stappen te gaan zetten. En zodra je ze aanhebt, begin je als een soort Klein Duimpje met zevenmijlslaarzen heel grote stappen te zetten. Aan de hand, dat nog wel. De meest recente voortekenen van loslopen. Dat loopt wel los.
Lieve kersverse dreumesmuppet, gefeliciteerd!
De verloskundige die je op de wereld heeft geholpen, noemt je al snel gekscherend ‘Boeddha’. Nogal makkelijk met je gezonde Hollandse vier kilo naast je twee pasgeboren kamergenootjes van respectievelijk een halve kilo en wel 1,3 kilo minder. Maar niet alleen vanwege je bolle babytoet en toebehoren oog je als een Boeddha, in je babyleven ben je tot nu toe behoorlijk bright and shining. Een breeduit lachende Boeddha die de kennis die hij heeft van het leven, vol overtuiging en onbevangenheid doorgeeft. Hoe heb jij onze geest in het afgelopen jaar verrijkt?
In jouw Nederlands-Italiaanse leven schijnt de zon. Nogal. Krachtige Italiaanse zonnestralen met Nederlandse reflecties in je helderblauwe ogen. Reflecties van een uitbundig knuffelende en dansende zus en een uitgelaten meekruipende broer. Reflecties van een papa die je in je ogen kijkt en naar je glimlacht. En een mama die elk ogenblik vrolijk van je wordt. Jouw plezier spat ervan af met je trappelende, mollige beentjes, bij het zien van deze en vele andere zonnige mensen die je in je jonge leventje al mochten omringen. Levensles: Straal!
Elke Italiaan ziet meteen dat jij geen Italiaan bent, maar een biondo bellissimo con occhi azzurri. Dat zeggen ze. Jij beantwoordt dat met een kraaitje en een ontspannen glimlach. Levensles: Italiaanse complimenten over je uiterlijk mag je in ontvangst nemen en wel met een big smile! Il fratello paste deze levensles gisteren toe langs het strand. Hij kreeg een enthousiast ‘Ciao bello’ toegeworpen van een vriendelijke vrouw van middelbare leeftijd. Zijn luid en duidelijke antwoord op dat vleiende compliment: ‘Ciao bella!’ Enthousiast en ontwapenend. Over het in de strijd gooien van je charmes als je vier bent, gesproken. Weinig woorden voor nodig. In ieder geval alleen de essentiële Italiaanse.
Jij praat inmiddels ook alsof je al hele begrijpelijke zinnen maakt en gelijkwaardige gesprekken met je broer en zus – en met de hele wereld eigenlijk – kunt voeren. ‘Krdkaka kdnk brakada drakrr.’ Het gezicht dat je daarbij trekt, spreekt boekdelen. Net zoals het vol overtuiging knikken met je hoofd. En je nieuwsgierige bolletje iets laten zakken op het terras om onder een parasol door te kijken naar wat iemand een tafeltje verderop zit te doen. Toch kan ik nog geen Nederlands of Italiaans maken van je gebrabbel. Laat staan kaas. Of formaggio. Hoewel… laatst zei ik tegen je: ‘Jij bent ook zo’n lekker ding, hè?’ Toen zei jij duidelijk: ‘Jij ook!’ Oké, je praatte wel met je mond vol. Maar bij zo’n belangrijke mededeling als deze zie ik dat graag door de vingers.
Zoals ook het eten met de voetjes op tafel. Een heel ontspannende bezigheid! En het opeten van je voetjes zelf doe je natuurlijk om je yoga-achtige flexibiliteit te showen. Snap ik. Want zo flexibel ben je nog, Boeddha of niet. En dat vereist uiteraard ook oefening. Je eet vanaf je eerste banaan met zes maanden alsof je een compleet gebit hebt. Al zijn het nu nog maar zes voortanden. En je kiept met vakkundige precisie water uit je tuitbeker om ‘spat eens met je handjes’ op de kinderstoel te doen. Als variatie op het van een van je oudtantes geleerde ‘klap eens in je handjes’. Ja, het leven met jou is een feest. Zo nu en dan in de vorm van een waterballet. Compleet met applaus en reprise.

Nachtvoedingen moet je als moeder koesteren. Volgens een bekende Nederlandse verloskundige althans. Dit “mantra” herhalen we dan nog steeds na drie kinderen. Al is het met licht cynisme als we allebei het liefst willen slapen. Zoals bijvoorbeeld ‘Je bent dit moment toch wel aan het koesteren, hè?’ met de intonatie van iemand die een pistool tegen je slaap houdt. Zolang de oxytocine effectief is om lol en verbinding van mij met jou te hebben ’s nachts, lukt dat koesteren wel. Dat was niet zo als ik zou denken: ‘Ik. Wil. Slapen. NU.’ Voor jou zijn die gebroken nachten geen punt, omdat jij daarnaast ook overdag gewoon lekker en lekker lang tukt. En jij overdag tijdens de voeding ietsje, een heel klein beetje maar, wordt afgeleid door la bella en haar oudste fratello.
Want het liefst doe je mee met alles wat zij doen. Zo snel en uitbundig mogelijk. Daarom heb je ook een bijzondere tijger-sluip-move die het midden houdt tussen schuiven op een arm en kruipen. Dat lijkt vooralsnog nog het snelste. Toch heb je je eerste echte schoentjes gekregen. Als stimulans om heuse stappen te gaan zetten. En zodra je ze aanhebt, begin je als een soort Klein Duimpje met zevenmijlslaarzen heel grote stappen te zetten. Aan de hand, dat nog wel. De meest recente voortekenen van loslopen. Dat loopt wel los.
Lieve kersverse dreumesmuppet, gefeliciteerd!