Ze besluiten hun vakantie te annuleren en van Nederland naar Italië te komen, achthonderdvijftig kilometer rijden. Hij heeft de gebakken pastei voor op brood uit ons dorp nog snel groot ingekocht. Hij rijdt zoveel hij kan, de Duitse autoweg is favoriet. Zij rijdt ook weer stukken. Ze eindigt bij ons hek na anderhalf uur Italiaanse niet-favoriete smalle hobbeldebobbel wegen. Heldhaftig. Ze zeggen dat dat vanzelfsprekend is. Het is toch bijzonder dat dat vanzelfsprekend is?
De eerste dag staat meteen haar soep op het vuur, en eigenlijk mag alleen ik ervan eten. Maar iedereen wil die soep. Natuurlijk. Hij improviseert later gepassioneerd een pastasaus bij elkaar. Maar ook geuren van Limburgs zuurvlees met frites en verse appelmoes, een heel konijn met groentesaus, en Italiaanse risotto met radicchio en gorgonzola vullen onze week. Mijn behoefte aan thuis, mijn samengesteld Nederlands-Italiaanse thuisgevoel, je proeft het terug in onze keuken.
De wasmachine draait door, de stofzuiger klinkt door de woonkamer, de dweil maakt het witte sopje zwart, de wasrekken hangen vol en de strijkplank is bedolven onder de kreukels.
Samen doen ze de boodschappen voor ons allemaal. Hij praat in zijn Limburgs dialect met het Italiaanse supermarktpersoneel. Onze vijfjarige stuiterbal zegt de volgende keer: ‘Opa, zal ik met je meegaan om je te helpen met het Italiaans?’ En het is op allebei de momenten goed gekomen.
Zij zorgt, voor iedereen, en maakt zich zorgen. Hij puzzelt, leest en doet spelletjes. De leukste spelletjes doen de muppets op zijn tablet. De poepluiers heeft hij mooi ontweken.
Ze rennen achter de hele muppetshow aan. Hoe zat het ook alweer met niet rennen in huis? Kietelen en lachen. Lachen en kietelen. Entertainment ten top.
Het kleinste handje van de familie past om zijn grote vinger. Zoals dat ooit mijn handje was en zijn vinger nog een beetje van mij. In de vroege ochtend lopen ze zo naar de schoolbus. Ciao bella, ciao tesoro!
Samen gaan ze naar school om te vertellen over hun school, vroeger. De tijd van het tikken op de vingers, jongens en meisjes gescheiden en de zwart-wit-tv in opkomst. Zij leest voor. Het is precies deze week Kinderboekenweek ‘Oma’s en opa’s, voor altijd jong.’ Ze hadden op geen beter moment kunnen komen. Een geluk bij een ongeluk.
Ze zegt: ‘Je moet het niet onderschatten, herstellen van een operatie!’ Ondertussen wil zij alles in ons huis voor ons allemaal tegelijk doen. En aan het eind van de dag zegt ze vooral wat ze niet gedaan heeft. Ik zeg: ‘Als mijn moeder hier was zij, zou zij tegen je zeggen dat je het niet moet onderschatten, het hele management van een gezin met drie kleine kinderen runnen!’ Samen lachen we het hardst om onze zorgen. En dan som ik op wat zij die dag allemaal wél gedaan heeft.
Ze hebben een weekje het management overgenomen.
Opa’s en oma’s management.