maandag 23 februari 2015

Swimming apart together

Een me-momentje, ik ben eraan toe als onze babymuppet vier maanden oud is. Een sportief me-momentje. Dit zie ik voor me: ik concentreer me volledig op mijn ademhaling, ik jaag mijn hartslag omhoog, ik beweeg en voel elke spiervezel in mijn lijf, ook na een paar dagen, en vooral maak ik mijn hoofd lekker leeg. Oftewel: verkwikkende fysiekmentale opruiming.

Negen maanden na de geboorte van muppet nummer twee ging ik het hardlopen rustig opbouwen. Anderhalf jaar later had ik 10 km in 54’58’’ op mijn naam staan. Dat was een persoonlijk juichmomentje. Een kind, twee adressen, drie verhuizingen en vierplus kilo later droom ik mezelf helemaal fit, energiek en strak in mijn velletje. En dit laatste niet alleen doordat mijn derde kind me langzaam ‘opeet’.

Onze meisjesmuppet gaat op maandag zwemmen. Zwemmen was als kind al mijn lust en mijn leven. Dus besluit ik, heel efficiënt, deze maandagmiddag niet langs de kant te gaan zitten bijpraten met andere papa’s en mama’s, maar mijn me-momentje swimming apart together in te vullen.
‘Mama, ga je in de baan naast me zwemmen?’, vraagt mijn dochter. Het zwembad in ons drieduizend mensen rijke Italiaanse dorp bestaat uit twee baden met banen. De eerste baan is bezet door een drietal kinderklasjes en in de andere banen is er nuoto libero. Als ik onze blondine heb achtergelaten bij haar docent en haar klasje, glijd ik in de tweede baan.  

Wat doet ze nu?, denk ik, terwijl ik vanuit mijn eerste opwarmbaantjes schoolslag naar haar kijk. Ach, springt ze toch nog met die buis. Waren we in Nederland gewend aan plankjes en krukjes, hier staan de kleinsten aan het begin van de les met een zwembuis om hun middel klaar om in het water te springen. De andere, grotendeels jongere kindjes, springen zodra ze de kans krijgen zonder buis in het water. Ik mijmer bijna medelijdend verder. Het geeft niet, herpak ik mijn hoofd, betrapt op mijn eigen oordeel. Haar Italiaans is niet zo goed als dat van de andere kinderen. Op de Europese school zit ze in de Nederlandse sectie. Italiaans leert ze in de bus van en naar school en in contact met andere kindjes uit haar broertjes klas. Broerlief zit wel op een crèche waar Italiaans de voertaal is. En…het oordeel over of ze snel genoeg is, en of haar Italiaans al goed genoeg is…ik laat het los. Speciaal voor de Disneyliefhebbers start Elsa de ijsprinses hier haar solonummer. Haar cape wappert weg in de wind. https://www.youtube.com/watch?v=logaMSPVV-E 0’50’’

Met groot enthousiasme zwaait het paarse duikbrilletje en de ‘wie-wil-die-nou-niet’ hartjes badmuts naar baan twee. Daar zwem ik met roze duikbril en gebloemde badmuts in opperste concentratie mijn tien banen schoolslag. Badmutsen zijn hier verplicht in zwembaden, hoe erg je ermee op wilt vallen, is een keuze. Ik vind intussen dat ik wel een keertje terug kan zwaaien. Het kinderlijk enthousiasme is zo ontwapenend. Big deal, of het opvalt. O, nu hoor ik haar ook roepen: ‘Maaaaaaamaaaaaa!’ Mm, dat moet ze natuurlijk niet blijven doen, dan kan ze zich niet concentreren op haar les (en ik niet op mijn baantjes). En ze heeft al moeite de leraar te verstaan en begrijpen.
Goed. Terug naar mama. Ik lig in het water voor mezelf. Focus op mezelf. Hoe gaat het met die borstcrawl? ‘Een s-vorm maken onder water, zo leren ze dat hier!’ tipte laatst iemand. Even proberen, ah dat voelt lekker vloeiend. Laat die spieren maar groeien. En dan blaas ik bubbels onder water, om boven water naar adem te happen.

Kijk nou, ze staat klaar zonder zwembuis. Stoer! Ons zwemliefhebstertje wenkt haar strak gespierde, gebruinde leraar. O, die bijvoeglijke naamwoorden zijn niet van belang. Maar ik was hier voor mezelf, remember? De leraar richt zijn aandacht — in het ongewisse over de mijne —  op dochterlief, maar zwemt niet dichter naar de rand.

Zo, ze is erg dwingend in haar gebaren. Tegelijkertijd houdt de leraar voet bij stuk en zwemt niet dichter naar haar toe. Ze moet het wel zelf doen. Maar ze doet nog niets. Ze wenkt alleen met haar hand dat hij echt dichterbij moet komen. Zo schiet het niet op, denk ik. Oké, ze doet het in haar eigen tempo. Zij praat niet heel uitgebreid Italiaans en om de leraar te vertrouwen, moet ze ook begrijpen wat hij zegt.

Aan het eind van de les vraag ik hem: ‘Come va?’ en met een ‘piano piano, poco a poco’ bevestigt hij dat ze niet heel snel gaat.


Een aantal lesmiddagen later komt la figlia plotseling vol trots en enthousiasme met haar eerste Italiaanse Brevet Stella Marina aangehuppeld! Ze kan als een zeester in het water liggen, terwijl de leraar haar aan haar hoofd vasthoudt. Ook kan ze als een cagnolino, een hondje, niet kwispelend maar trappelend haar hoofd boven water houden. Dat ze haar hoofd kan onderdompelen, heeft ze niet alleen thuis in bad bewezen, maar staat nu ook officieel geregistreerd op haar brevet. Nu in haar eigen tempo op naar het Polipo-, Cavalluccio-, Pesce Rosso- en Delfino- brevet, om haar zwemkunsten als octopus, zeepaard, roodbaars en dolfijn waar te maken. Zodat ze ten slotte als een Squaletto heel gehaaid het Italiaanse zwembad kan verlaten. Met ongetemde vrolijkheid.

En ik? Ik heb na drie pogingen de nieuwste uitvinding van het swimming apart together gelaten voor wat het is. Evy Gruyaert (http://www.evygruyaert.be/) rent sinds kort twee keer per week met mij mee op mijn me-momentje. Mijn blik op de besneeuwde Italiaanse bergtoppen aan de andere kant van het Lago Maggiore maakt me kalm. Door Evy`s bemoedigende woorden ‘Vergeet niet te glimlachen. Je ben goed bezig! Je bent al halverwege.’ maakt mijn hart een sprongetje. De swingende muziekjes begeleiden mij verder naar een soepel lijf en een opgeruimd hoofd met een heldere focus. Op naar de 10 km. Only me.

Het zwembad is weer uitsluitend een dochtermomentje.



zondag 8 februari 2015

Mama’s management, wie wordt er nou helemaal gemanaged?

Als expat in Italië en met inmiddels drie kinderen krijg ik vaak de vraag: ‘Hoe manage je een gezin met drie kinderen?’ Blijkbaar vinden mensen dat hier een hele prestatie, want vervolgens klinkt er geregeld een bewonderend: ‘Che brava che sei!’ Mensen snappen niet dat ik nog aan andere dingen toekom met drie muppets om me heen. Een manier die voor mij goed werkt, is dat ik elke dag drie doelen opschrijf die ik die dag wil bereiken. Om dan het echte ‘word-ik-blij-van’-gevoel te krijgen, kijk ik ook bewust op elke dag terug.


‘Maar drie doelen?’ vroeg laatst een vriend me. ‘Ja, maar drie!’ vertelde ik hem. ‘En weet je, het is genoeg. Het gaat om dingen die ik bijzonder vind, of niet routinematig dagelijks of wekelijks doe. Bijvoorbeeld een verjaardagskaart voor oma schrijven en die inkleuren met de kinderen, naar mijn cursus Italiaans gaan, bellen zodat de auto gemaakt wordt of een speelafspraak voor de oudste regelen.’ Vervolgens verduidelijkte zijn vriendin dat standaarddingen, zoals het ontbijt klaarmaken, de oudste van de bus halen, de middelste van de crèche halen, de kleinste voeden, en koken voor wie dat nodig heeft – of houdt van lekker eten –, dingen zijn die niet op die dagelijkse doelenlijst terechtkomen.


In die drie doelen van de dag probeer ik een leuke balans te creëren van wat grotere en kleinere doelen. Wat niet wegneemt dat ik niet meer zou kunnen doen of doe, maar het hoeft niet en dat is heerlijk. Het hoeft niet van mezelf, want ik ben tenslotte mijn eigen baas. Ik mag vooral mezelf managen.

Toen ik voor het eerst moeder was, keek ik vooral naar wat ik niet bereikt had. Wat ik nog allemaal had willen doen. Vervolgens kreeg ik van een psychologe de opdracht om per dag drie dingen op te schrijven waar ik wel blij van werd. Ik was namelijk helemaal niet zo blij. Niet zo gek als ‘het stemmetje in mijn hoofd’ me de hele tijd boos toesprak. Op dat moment had ik er heel veel moeite mee om elke dag drie dingen op te schrijven waar ik blij van werd. Drie dingen, ik vond het klinken als erg weinig, maar ik ervoer het als een hele hoop. Waarom? Omdat ik nogal eigenwijs niet graag opdrachten opgelegd krijg. Maar ook omdat ik destijds vond, vooral lekker veeleisend naar mezelf toe, dat doelen grootse en meeslepende dingen moesten zijn. En met een kind en ondertussen zoekend naar werk ervoer ik helemaal niet dat ik ruimte had om grootse en meeslepende dingen voor elkaar te krijgen.

Maar weet je: als moeder, of het nou van een, van twee of net zo goed van drie is, waarschijnlijk van vier ook, kan ik altijd wel bedenken wat er nog allemaal te doen is. Intussen is er een nieuwe stem gaan spreken, die tegen me zegt: ‘Maar Suzanne, dat hoeft niet allemaal vandaag!’ Daarnaast ben ik me er ook bewust van geworden dat mijn belangrijkste ‘doel’ is om er écht te zijn met liefde en aandacht, voor die drie muppets to-start-with. Mama’s management houdt nooit op. Daarom begin ik er hier en nu over te schrijven.

En daarom richt ik me graag op wat ik wel bereikt heb. Want zeg nou zelf: Klagen is geen kunst. Dankbaar zijn kun je oefenen. Ik schrijf aan het eind van de dag tien ‘dankgebedjes’ waarin staat waarvoor ik oprecht dankbaar ben. Dat levert veel sprankelende word-ik-blij-van-momentjes op. Zo ben ik vandaag bijvoorbeeld dankbaar dat mijn zoon zich lekker nieuwsgierig en opmerkzaam afvroeg: ‘Waarom staan er hier twee kopjes van de koffie?’ Dat mijn kleinste manneke gaat lachen als ik zing: ‘All of me loves all of you.’ Dat de wereld vandaag wit kleurde. En dat ik mijn eerste blog geschreven heb.

Ik ben benieuwd hoe andere moeders hun muppetshow managen. Of dat vooral even lekker niet doen.