zondag 20 december 2015

Dear 2015

Thank you for our second year in Italy with still a lot of memorable first-time experiences:

Becoming a ‘lice parent’ (luizenouder) for the first time. Thank you YouTube for showing the muppets what lice are and what they do. While I was sorting them out in the hair of the heads of two muppets. Again. And again. And again. For ten days. Thank you for this `testing my patience-experience´.

A little happy three-year-old muppet can learn Italian in a couple of months. Apparently. And he can tell his kindergarten teacher fluently: ‘You have the same coat as my mommy!’ In Italian, of course. He can even talk to Dutch people in Italian without them realising that he is Dutch. Thank you for these little muppets’ language experiences.

Two people who are living a 1000 km away, can stand on my doorstep. All of a sudden. Although my brain does not accept that, nor understand that, at least for one hour. The biggest surprise being that these two people were my parents. And that it was on my birthday. Thank you for this mind-shaking surprise.

Mama, ik vind je lief! / Mommy I love you!’, is always nice to hear, and incredibly special (needed!) when you are cleaning up the mess of a feverish, vomiting little kid. As is singing after such a session. And dancing on ‘Linkerbeen, rechterbeen, draai maar om de ander heen.’ In the middle of the night. Of course. Thank you, little love.

In my opinion there is nothing to like about hurk wc’s (squat toilets). Even though I am not pregnant anymore and there is no need to be afraid of rolling around like a giant snowball of hormones in...yuck...I do not even want to mention that. But unfortunately there are lots of these hole-in-the-floor-toilets in Italy. Too many at least. So, no words of thanks here.

Travelling with a baby fills me with gratitude because of all the helpful people crossing my path. The gentle Italian man who shouted: ‘Una mama con un bambino, lasciala passare per favore!’. While his daughter took the stroller I was carrying for the baby, he took my suitcase to carry it and I could of course carry my own piccolo. And this is just one of many examples. Grazie mille, signori e signore!

It is quite comforting when your muppets are telling you: ‘Mommy, you are doing the best you can!’ when you get lost – again – driving around in Italy. Or any other moment when you are apologising for not being the perfect mom or person in their world at that time. There is nothing better than getting lost together. And always finding your way somewhere. Together.

We are definitely past the point of feeling ashamed when ordering Dutch food from family or friends from the Netherlands who are coming over. For example: pindakaas, hagelslag, peperkoek, oude kaas, komijnenkaas, sandwichspread, stroopwafels (we are eating more of them with friends here than we used to back in the Netherlands), pepernoten, speculaas. In the first year abroad you miss them secretly and try to get hold of the stuff via the backdoor. During the second year abroad you miss them, less intense but also feeling less ashamed about it. Thank you for the acknowledgement and letting go of shame. At least at this point.

Skyping is one digital, but lovely way to catch up with family and friends living all over the world. You can drink a cup of tea together, dance while being apart together, pretend you are shopping together and feel the energy of the other one via the screen. And have a good personal talk. Although it is never totally the real thing, of course. Thank you, you all know who you are. Even if it was only once.

Cappuccino and brioches, lunches, aperitivi and dinners are still a nice way to combine Italian cuisine with lovely company. Luckily there are friends from all over the world accompanying us here: Thank you, grazie mille, gracias, obrigado, danke schön, kiitos, tak, ευχαριστίες, hvala, dankjewel!

I am looking forward to healthy, surprising, gentle, kind, multimedial, shameless first-time experiences during next year. And fewer squat toilets. Per favore.

maandag 23 november 2015

Kinderen voor Kinderen

Met la bella en onze oudste, huppelende zoon zitten we onder een dekentje op onze bank. Op tv is via een livestream verbinding Kinderen voor Kinderen nummer 36 zichtbaar. Bij het lied ‘Waarom moet ik gaan?’ kijken ze ademloos toe en nemen elk woord stilletjes in zich op (Waarom moet ik gaan? https://www.youtube.com/watch?v=o-r13ul5mYA). Vooral in de beleving van la bella is wat een kind van de Kinderen-voor-Kinderen-cast zingt, op dat moment ook exact wat dat kind in diens leven meemaakt.

‘Waarom moet ik weg? Ik heb hier toch mijn huis?’ zingt een van de meisjes. La bella identificeert zich met het kleine zangeresje in haar stippelpakje en met paardenstaartje. Zij ‘moest’ anderhalf jaar geleden ook weg uit haar land, Nederland.

‘Waarom moesten wij ook alweer weg uit Nederland? Wij hebben daar toch ook een huis?’ vraagt ze ons.
‘Wij móésten niet weg uit Nederland,’ leg ik uit. ‘Wij kozen daar zelf voor. Papa vond hier in Italië werk. Wij vonden dat een mooie kans om tijdelijk hierheen te verhuizen met ons gezin.’

Ik wil haar uitleggen wat het verschil is tussen weg moeten uit een land vanwege onveiligheid en oorlog, en zelf kiezen voor weggaan van de vertrouwdheid van familie en vrienden om nieuwe ervaringen op te doen. In de wetenschap en het vertrouwen dat zij er ‘gewoon’ zijn. Maar het is nogal moeilijk om dat uit te leggen aan een zesjarige. Vooral ook omdat een vluchtsituatie voor mijzelf nauwelijks te bevatten is. En het geborgen gevoel van familie en vrienden is ook helemaal niet zo’n keiharde wetenschap. Laat staan dat het gewoon is. Toch doe ik een poging om dit uit te leggen.

‘Als je weg moet uit een land vanwege oorlog, kun je bijvoorbeeld jouw eigen speelgoed niet meenemen. Moet je je voorstellen: je hebt alleen je kleren die je aanhebt en een klein draagtasje met spullen. En met papa, mama en je broers ga je op weg naar een ander land.’

En het is nog maar de vraag of je met hen allemaal bij elkaar kunt en zult blijven, denk ik er somber achteraan. Want die verhalen hebben ons natuurlijk ook bereikt via het Jeugdjournaal. Maar ik ga dit niet herhalen nu.

Het is niet uit te leggen. Voor een zesjarige. En voor mij.

Het missen van familie en vrienden, zoals wij dat als gezin ervaren, wordt verzacht doordat wij in een vrij land wonen en vrij zijn hen te bezoeken of hier te ontvangen. Maar hoe is dat als je hen moet achterlaten in een door oorlog verscheurd land? Daarbij komt een portie angst en onzekerheid over de toekomst, over een plek om te wonen en een nieuwe omgeving om te verkennen, een nieuwe taal om te leren, over een plek om te werken, over een plek om je veilig te voelen en geliefd te zijn. En daar weer in te geloven. Daarin te kunnen blijven geloven. Poeh.

Datgene wat we uiteindelijk allemaal willen. Want daarin zijn we allemaal gelijk. In onze behoefte aan liefde.

Ondertussen zijn de kinderen van de bank af gesprongen en breken hun hoofdjes over de swingende danspasjes op Energie (https://www.youtube.com/watch?v=w98ublWSoUI).

zondag 8 november 2015

Mindfuldip

Ik had even een dipje. Het gevoel dat alles hetzelfde was. Noem het de sleur. Yep. Ben ik allergisch voor. Ik hou van uitdagingen, nieuwe mensen omarmen, nieuwe dingen zien en ontdekken. Groots en meeslepend. Dat soort werk. We zijn niet voor niks naar la bella Italia verhuisd. Leuk project voor dit managementteam.

En ik was moe. Moe van een nacht slecht slapen. Nou is het niet bepaald zo dat ik nooit een nacht slecht slaap. Zeker niet in het afgelopen tropenjaar met een nieuwe muppet. Die overigens vlak voor zijn eerste verjaardag besloot om ons ’s nachts niet meer te wekken voor een slokje. Wat wel een juichmomentje waard is. Hij wekt ons natuurlijk wel af en toe nog voor snotneuzen, gewoon een huiltje, springen en wakker zijn middenin de nacht of om te knuffelen. Terwijl die andere twee muppets onhandige vaardigheden ontwikkelen, zoals nachtmerries of ook gewoon even plassen op de wc (o, sorry, dat is op zichzelf wel handig) en daarvoor keihard deuren open en dichtdoen (dat is dan weer niet echt handig, vind ik). Pompompom...en we zijn weer wakker.

Ik was vooral ook moe van dat gevoel dat alles hetzelfde zou zijn. In mijn stoerste buien hou ik natuurlijk helemaal niet van moeheid. Moeheid is voor watjes, denk ik dan. En dan denkt Loesje vervolgens: Je moet niet alles geloven wat je denkt. 


Gelukkig las ik na een zeldzaam middagdipje een interview met professor Ellen Langer. Zij is hoogleraar psychologie en is een van de eerste mindfulnessonderzoeksters. Zij tipt dat je als je de deur uitgaat, meteen kunt proberen om vijf nieuwe dingen op te merken. Om helemaal in het hier en nu te zijn. En te zien dat alles verandert. Nou vind ik proberen zo weinig concreet, dus ik ging dat gewoon weer doen.

Ja, weer, schrijf ik, want door mijn mindfuldipje was ik het even kwijt. Maar dat is wat ik doe als ik buiten ga rennen bijvoorbeeld: nieuwe dingen om me heen zien, opsnuiven, voelen en doen. Zonnestralen laten hun licht op oneindig veel nieuw schijnen, overal. De geur van paddenstoelen en natte bladeren in het bos geven me een overduidelijk teken dat het herfst is. Als ik een uur eerder ga rennen, voel ik hier in de bergen dat het wat minder koud is dan op het vaste tijdstip. Zodra ik denk dat ik het allemaal wel al eens gezien, geroken, gevoeld en gedaan heb, ren ik het rondje andersom. Neem ik voor de variatie een andere straat om op hetzelfde punt uit te komen.

Dat laatste deed ik ook nogal met verve toen we hier net woonden. Ging ik met de auto elke keer een andere route naar de school van la bella die een half uur verderop ligt. Best leuk voor de siteseeing effecten. Dat wel. Wat heb ik prachtige, bochtige en irritant smalle Italiaanse weggetjes ontdekt! Alleen niet zo handig om snel de weg te vinden. Nu, bijna twee jaar later, kom ik steeds af en toe ergens uit, waarvan ik denk: ‘Hé, ik ben hier wel geweest, maar waar kom ik dan ook alweer uit…?’

De laatste keer dat ik la bella en de huppelaar van school heb gehaald , heb ik mezelf gedwongen om de bekende, standaard route te volgen om sneller de weg te vinden. Even niet de grootse en meeslepende ontdekkingsreiziger uithangen, maar gewoon sleurselmatig aan de slag gaan, zou je kunnen denken. Als dat al een woord is, natuurlijk. Intussen kijk ik uiteraard wel bewust om me heen, zodat ik de zon op vijf nieuwe niet eerder opgemerkte dingen kan laten schijnen. En als ik deze route dan op mijn duimpje ken, ga ik snel weer een nieuwe route oefenen. En intussen geniet ik van allemaal kleine nieuwe dingetjes verlicht door herfststralen op mijn pad.


dinsdag 13 oktober 2015

Ken je dat?

Dat je schreeuwt tegen je kind dat het niet zo zou moeten schreeuwen?

Dat je je kind vraagt om naar je te luisteren, en vervolgens niet hoort wat het zegt, omdat je met je telefoon zit te spelen? (of met je partner of...)

Dat je te vaak het woord ‘eigenlijk’ gebruikt om te verantwoorden dat je die dingen die je zou willen doen lekker niet doet?

Dat je toch nog ruikt aan je vingers, terwijl je net met een vies stinkend vaatdoekje de tafel hebt afgenomen?

Dat je je plas op blijft houden in bed, terwijl je al uren had kunnen slapen met een ontspannen lege blaas?

Dat je dingen aan je partner overlaat onder het mom van ‘Daar is hij/zij beter in’, terwijl je zelf nooit echt de moeite hebt genomen om het te proberen. Behalve dan misschien die ene mislukte keer.

Dat je je problemen buiten jezelf plaatst vooral door in de tweede persoon te praten?

Dat je wat vaker ‘ik’ in plaats van ‘je’ zou moeten lezen, te beginnen met dit stukje.

Ja, ik ook, ja.

Waarom doe ik dat, hè?  

zondag 4 oktober 2015

Romige risotto met mozzarella en gebakken champignons

Het liefst kom ik nu naast je in de keuken staan met een heerlijk koel glas prosecco in de hand. Cin cin! De uitjes wordt glazig in het olie-botermengsel. De geur van knoflook en gevijzelde venkelzaad verspreidt zich door de keuken. Later verdwijnt een glas prosecco bij de glazige rijstkorrels in de pan. Wist je nog, in Ispra, in de keuken? In Heinkenszand? In Osteria in Besozzo? Wageningen? Een heerlijk Italiaans muziekje op de achtergrond verhoogt de ontspannen sfeer. En we hebben de tijd, niets dan de tijd, en de liefde om een heerlijke romige risotto met mozzarella en gebakken champignons voor familie en vrienden op tafel te zetten. Vanaf hier stuur ik je de sfeer en de ingrediënten. Doe jij de rest? En stuur me aankomende week even een foto van jouw (nieuwe) risotto-momentje. Buon appetito!

Ingrediënten
60 gram boter
75 ml olijfolie
1 uitje
4 teentjes knoflook
2 theelepels venkelzaad
1 stengel bleekselderij
400 gram risottorijst
200 ml witte wijn of extra feestelijk: prosecco
1 liter porcini-bouillon (bouillon van eekhoorntjesbrood, in Nederland in een speciaalzaakje soms wel te krijgen)
250 gram champignons
30 gram boter
2 bollen buffelmozzarella (ca. 200 gram)

Garnering
Parmezaanse kaas
Peper
Zout

Voorbereiding
1.     Snijd het uitje fijn.
2.     Snijd de knoflook fijn.
3.     Snijd de bleekselderij in blokjes.
4.     Wrijf het venkelzaad fijn met de vijzel.
5.     Snijd de champignons in plakjes.
6.     Scheur de mozzarella in stukjes.

Bereiding
1.     Smelt de 60 gram boter in een grote hapjespan of soeppan en doe de olie erbij.
2.     Fruit het uitje in dit olie-botermengsel glazig (in ca. 5 minuten).
3.     Voeg knoflook en fijngemalen venkelzaad toe en laat de geuren hiervan vrijkomen (in ca. 2 minuten).
4.     Voeg dan ook de blokjes bleekselderij toe en schep alles goed door. Fruit de bleekselderij even mee (in ca. 2 minuten).
5.     Voeg de risotto toe en laat de rijstkorrels het vet opnemen, totdat deze ook glazig ogen.
6.     Voeg dan de wijn toe en blijf in dit risottomengsel roeren tot de wijn of prosecco opgenomen en verdampt is.
7.     Voeg dan scheutje voor scheutje de porcini-bouillon toe, totdat de risotto alle bouillon heeft opgenomen en er mooi romig uitziet (dit mag best even wat tijd en liefde kosten).
8.     Smelt intussen in een koekenpan de 30 gram boter en bak hierin de champignons mooi bruin.
9.     Schep de buffelmozzarella in romige risotto en laat smelten.
10.  Schep tenslotte de uitgebakken champignons door de risotto.
11.  Serveer met Parmezaanse kaas, peper en zout naar smaak.

Buon appetito!

© Mama’s management

vrijdag 4 september 2015

Huppelend het nieuwe schooljaar in

Een nieuw schooljaar. De vakantie is voorbij. Hoera. Voor deze twee blijde gebeurtenissen.

8:45 uur. We rijden met de hele muppetshow naar de Scuola Europea, een halfuur verderop. De wekker ging pas om 7:00 uur, rustig wennen dus, want morgen staat hij op 6:15 uur. Alles is relatief.

Onze stuiterbal, die ik intussen de huppelaar zal gaan noemen vanwege zijn inmiddels rustigere, gedoseerde energieke gehuppel, wordt vandaag door zijn nieuwe klasgenootjes in la scuola materna, de kleuterschool, verwacht. Zijn zus gaat naar la scuola primaria, de basisschool, die op hetzelfde terrein een gebouw verderop ligt. De school is vanaf het kleuterjaar tot en met de laatste klas van de middelbare school verdeeld in vijf taalsecties: Italiaans, Engels, Duits, Frans en Nederlands.

Eerst naar de materna. La bella rent enthousiast voor onze huppelaar uit naar haar oude kapstok. ‘Hier kun je je spullen hangen!’ Haar missie: haar broer volledig geïnformeerd met alles wat zij daar de afgelopen anderhalf jaar geleerd heeft, in zijn nieuwe klas afleveren. Check.
‘Waar wil je je tas hangen, je tandenborstel, beker en tandpasta zetten, je sloffen en je laarzen opbergen, en je poncho hangen?’ stel ik de vraag open in een poging hem een keuze te geven in plaats van een idee op te leggen.
‘Wil je je jas op mijn oude plek hangen?’ gaat zijn zus er vol overgave kort en krachtig overheen.
Ik loop de hele kapstok langs en wijs hem nog op de namen van de kindjes en hun tekeningen, die onder de kapstok en boven het bankje dat eronder staat, geplakt zijn. ‘Wil je naast hem? Of naast haar? Of haar?’ probeer ik zijn keuzemogelijkheid nog verder te belichten. Maar het indringende advies van zijn zus heeft hij al in zijn hoofd geplant. Zijn jas hangt waar de hare hing. Sloffen waar de hare stonden. Alles op haar oude plek. Girlpower. Of broederliefde. Of allebei?

Met een vrolijk ‘Goedemorgen allemaal!’ verstoren we het opstartritueel van de Nederlands-Belgische sectie. Achterin zijn zeven kindjes van de materna 2, de tweede kleuterklas, om 8:45 uur de dag begonnen in voorbereiding op drie nieuwe maternagenootjes. Zeven vijfjarige kindjes kijken ons aan. De een nieuwsgierig, de ander voorzichtig blij, eentje nog wat verlegen, kortom: allemaal unieke minimensjes. Ze zijn geen compleet vreemden voor ons en wij niet voor hen, want zij zaten vorig jaar allemaal met la bella in materna 1-2. Onze grote kleine kanjer komt materna 1 vormen. Ja, hij, in zijn eentje! En ik heb de eer klassenmoeder te mogen zijn van zijn klas. Hij huppelt, ik maak een vreugdedansje. De juf vertelt hem: ‘Jij mag naast de oudste van de materna plaatsnemen. Hij gaat, samen met een paar andere kindjes, voor je zorgen.’ Ik maak me absoluut geen zorgen, onze huppelaar is heel kalm en straalt nieuwsgierig vertrouwen uit. Dat komt wel goed, dus we nemen vlot afscheid om plaats te maken voor twee nieuwe kinderen. Nadat de juf met ‘Krijg ik nog een knuffel van je? Want vandaag is het echt afgelopen in de materna en ga je naar de primaria’ afscheid neemt van la bella.

De directrice spreekt alle ouders van de nieuwe primariakinderen aan om de gymzaal in te komen. Daar staan drie rijen dik kinderen van de primaria en hun leerkrachten uit de vijf secties klaar voor de nieuwe welkomstceremonie. Nadat in vijf talen een welkom van kinderen aan kinderen is uitgesproken, zetten ze een lied in, waarbij zelfs veel anderstalige kinderen in het Nederlands het refrein meezingen, met een gezicht van ‘ik snap geen hout van wat ik nu sta te zingen’. En ik vind dit zo bijzonder. Het ladila-achtige refrein wordt luidkeels door iedereen ingezet. Ik knijp la bella, die voor me zit, zachtjes in haar schouder. Dit doen ze allemaal voor haar en haar klas- en jaargenootjes. Voor het eerst op deze school deze welkomstceremonie en ik vind het nu al een succes. Misschien hebben de kinderen zelf geen idee van de waarde van hun gebaar. Maar ik voel een bronnetje ontroering in mijn ogen opborrelen. Dit is zo’n moment waarop mijn moeder vroeger tegen mij gezegd zou hebben: ‘Ik spreek je nog wel, als je zelf kinderen hebt!’ wanneer ik aan de haal ging met haar oprechte ontroerde-moedermomenten. Ik bel je snel, mam.

La bella’s nieuwe juf zoekt naar haar vier leerlingen van primaria 1. ‘Jou zocht ik nog!’ zegt ze tegen la bella als we haar op weg naar het nieuwe schoolgebouw ontmoeten. De juf wil haar een hand schudden, maar la bella pakt haar hand en loopt onbezorgd hand-in-hand met de juf mee naar haar nieuwe klas. La bella heeft haar vertrouwen al in haar handen gelegd. Ze was immers al een keer gaan wennen bij haar nieuwe juf voor de zomervakantie. Ook haar laten we vol vertrouwen achter op school.

Vier uur later stapt la bella als eerste uit de bus. Haar vlecht losjes uitgezakt, haar rode rugzak met gele buskaart op haar rug. Ze geeft de rugzak meteen aan mij af. Onze huppelaar verschijnt vijf kinderen later in het trapgat naar buiten. Hij ziet er moe, rustig en blij uit. Groene rugzak op zijn rug, vastgegespt van voren. Die houdt hij gewoon om. De twee muppets hebben samen de busreis van drie kwartier naar huis gemaakt. Kanjers zijn het.

Twee handjes aan de wandelwagen lopen mee de berg af, naar huis. En vertellen. ‘Ik ben te blij!’ zegt la bella. Even later wordt dit overtroffen met ‘Ik ben superdesuperdesuperblij! Ik wil niet meer naar de materna.’ ‘En dat hoeft ook niet’, reageer ik kalm maar opgetogen. ‘Daar zit je broer nu!’ En op de vraag aan hem of het leuk was, zegt hij duidelijk ‘Ja.’

Thuis ondervraagt la bella haar broertje tijdens de lunch: ‘Waarom sliep je op je andere school?’ Ze doelt op het afgelopen jaar waarin hij naar de internationale crèche ging.
‘Omdat de juffrouw dat vroeg,’ bijt haar broer haar toe. ‘En ik luisterde naar de juf. Ik deed alles wat de juffrouw wilde!’ Er klinkt verontwaardiging door in zijn stem.
‘Soms moet je ook gewoon je eigen gang gaan.’
Ik onthoud mij intussen van enig commentaar. Daar krijg je de leukste dialogen van, is mijn ervaring.

Later vraag ik hem: ‘Wat heb je op school gedaan, schat?’ Terwijl hij er rustig over nadenkt, kan zijn zus niet wachten om namens hem het hele verhaal al te gaan vertellen. ‘Hij heeft buiten gespeeeeeeld,’ begint ze het verhaal met een lange uithaal op het eind. Maar daar wordt het manneke boos en teleurgesteld van: ‘Nou hoor, Bella, dat wou ik geheimhouden voor mama!’ ‘Waarom wou je dat geheimhouden voor mama?’ vraag ik, terwijl ik zo neutraal mogelijk probeer te klinken ondanks mijn verwondering. ‘Dat moest ik geheimhouden van de juffrouw,’ zegt hij.

Yeah. Right.

Het nieuwe schooljaar is begonnen. We hebben allemaal genoeg te leren. Met of zonder juf.

maandag 31 augustus 2015

Post van Suus: Sorry

Wat een blijheid: de einde-van-de-zomer-editie van Mama’s management wordt voorzien van een heus gastblog! Mijn lieve en grappige nicht Suzanne schrijft over al het grote en kleine moois in haar leven in Nederland en in haar moederschap van lieve en mooie Evi (die door vroeggeboorte zorgintensief is). Aangezien we nogal wat met elkaar gemeen hebben,  zoals onze naam, de liefde voor bloggen en de Nederlandse taal, en de pogingen tot creatief moederschap, schrijven we elkaar af en toe een brief. Of mail. Of blog. En die mogen jullie dan lezen. Na mijn aftrap in maart http://mamasmanagement.blogspot.it/2015/03/post-voor-suus-lieve-goed-genoeg-moeder.html volgt nu haar eerste blog in ‘Post van Suus / voor Suus’.

Geniet lekker mee! 


Mijn peuter van twee heeft een lievelingswoord: “Sorry.” Voordat je denkt dat ik haar enorm goed opgevoed heb, laat me je uit de droom helpen. Dat ze ‘sorry’ kan zeggen, berust volgens mij vooral op een klein misverstand.

Het zit zo. Een paar weken geleden had ik een typisch gevalletje niet-zo-slim-van-mama. Ik had kindlief gezegd dat we naar buiten gaan, maar besloot dat mijn timing niet echt handig was. Ik veranderde van gedachten en zette haar in haar kinderstoel aan tafel. Gekrijs en gebrul uiteraard. “Buiten! Buiten!” En gelijk had ze, beloofd is beloofd. Dus ik keek haar aan, en zei iets in de richting van:” Oeps, foutje van mama. Sorry schatje, we gaan naar buiten.” En toen was het goed.

Eenmaal buiten zat ze triomfantelijk in de wagen. En om de paar seconden riep ze naar willekeurige voorbijgangers: “Sorry!” Met een grote glimlach, dat wel. En ik herhaalde steeds zachtjes, met een rood hoofd: “Het is oké schatje, je hoeft geen sorry te zeggen.” Ik dacht dat het wel over zou gaan, maar je raadt het al, dat ging het niet. Ergens heeft ze wel begrepen dat het een woord is dat hoort bij iets dat niet goed gaat. Maar blijkbaar denkt ze dat het net zoiets is als ‘oeps’, haar vorige lievelingswoord. Dus of er nu iets valt, iemand boos doet op tv, ze een vieze luier heeft, of ze haar boekje kwijt is… “Sorry!” is haar favoriete uitroep. Hoe ga ik me hier uit redden?

Ik heb een kleine papegaai. Als ik dat zeg tegen haar, voegt ze daar overigens een enthousiast ‘iejadeeja!’ aan toe. En waarschijnlijk ben ik niet de enige die haar kind een papegaaitje noemt. Wat is eigenlijk het Italiaanse woord voor papegaai? Alle ouders die mij zijn voorgegaan, herkennen de fase van het napraten wel (wanneer houdt die eigenlijk op?). Ik hoor de hele dag mezelf. Soms is dat grappig, zoals bij ‘oeps’ en ‘o jee’, en ‘goed gedaan’. Soms dus wat ongemakkelijk, zoals bij het constante gesorry.

Ik dacht dat ik mijn lesje wel geleerd had. Tot we gisteravond aan tafel zaten. Het was een knoeiboel met een vingerverfschilderij van chocoladevla. Nu kan ik veel hebben wat dat betreft: aangezien eten bij haar nogal een issue is, ben ik allang blij als er ook maar iets die mond ingaat, maar het hele bakje op de grond vind ook ik nét wat te heftig. Er floepte een ‘oh shit’ uit mijn mond. Ik zou zweren dat ik fluisterde. Maar de dame in kwestie heeft een goed gehoor. Met trots gezicht en uit volle borst proclameerde ze: “Sjit! Sjit!”.

Hopelijk niet haar nieuwe lievelingswoord.


Nu ben ik natuurlijk heel benieuwd of jouw kinderen ook lievelingswoorden hebben. En in welke taal die dan zijn. En hoor je jezelf weleens terug? Kom maar op met die verhalen!

Kijk ook eens op suzannestruiksma.nl voor meer mooie, ontroerende, grappige en persoonlijke verhalen van Suzanne.

dinsdag 14 juli 2015

Lieve blije, blauwogige, blonde, Nederlands-Italiaanse Boeddha

Jij bent één jaar geworden. En wat voor een jaar gaf je ons!

De verloskundige die je op de wereld heeft geholpen, noemt je al snel gekscherend ‘Boeddha’. Nogal makkelijk met je gezonde Hollandse vier kilo naast je twee pasgeboren kamergenootjes van respectievelijk een halve kilo en wel 1,3 kilo minder. Maar niet alleen vanwege je bolle babytoet en toebehoren oog je als een Boeddha, in je babyleven ben je tot nu toe behoorlijk bright and shining. Een breeduit lachende Boeddha die de kennis die hij heeft van het leven, vol overtuiging en onbevangenheid doorgeeft. Hoe heb jij onze geest in het afgelopen jaar verrijkt?

In jouw Nederlands-Italiaanse leven schijnt de zon. Nogal. Krachtige Italiaanse zonnestralen met Nederlandse reflecties in je helderblauwe ogen. Reflecties van een uitbundig knuffelende en dansende zus en een uitgelaten meekruipende broer. Reflecties van een papa die je in je ogen kijkt en naar je glimlacht. En een mama die elk ogenblik vrolijk van je wordt. Jouw plezier spat ervan af met je trappelende, mollige beentjes, bij het zien van deze en vele andere zonnige mensen die je in je jonge leventje al mochten omringen. Levensles: Straal!

Elke Italiaan ziet meteen dat jij geen Italiaan bent, maar een biondo bellissimo con occhi azzurri. Dat zeggen ze. Jij beantwoordt dat met een kraaitje en een ontspannen glimlach. Levensles: Italiaanse complimenten over je uiterlijk mag je in ontvangst nemen en wel met een big smile! Il fratello paste deze levensles gisteren toe langs het strand. Hij kreeg een enthousiast ‘Ciao bello’ toegeworpen van een vriendelijke vrouw van middelbare leeftijd. Zijn luid en duidelijke antwoord op dat vleiende compliment: ‘Ciao bella!’ Enthousiast en ontwapenend. Over het in de strijd gooien van je charmes als je vier bent, gesproken. Weinig woorden voor nodig. In ieder geval alleen de essentiële Italiaanse.

Jij praat inmiddels ook alsof je al hele begrijpelijke zinnen maakt en gelijkwaardige gesprekken met je broer en zus – en met de hele wereld eigenlijk – kunt voeren. ‘Krdkaka kdnk brakada drakrr.’ Het gezicht dat je daarbij trekt, spreekt boekdelen. Net zoals het vol overtuiging knikken met je hoofd. En je nieuwsgierige bolletje iets laten zakken op het terras om onder een parasol door te kijken naar wat iemand een tafeltje verderop zit te doen. Toch kan ik nog geen Nederlands of Italiaans maken van je gebrabbel. Laat staan kaas. Of formaggio. Hoewel… laatst zei ik tegen je: ‘Jij bent ook zo’n lekker ding, hè?’ Toen zei jij duidelijk: ‘Jij ook!’ Oké, je praatte wel met je mond vol. Maar bij zo’n belangrijke mededeling als deze zie ik dat graag door de vingers.

Zoals ook het eten met de voetjes op tafel. Een heel ontspannende bezigheid! En het opeten van je voetjes zelf doe je natuurlijk om je yoga-achtige flexibiliteit te showen. Snap ik. Want zo flexibel ben je nog, Boeddha of niet. En dat vereist uiteraard ook oefening. Je eet vanaf je eerste banaan met zes maanden alsof je een compleet gebit hebt. Al zijn het nu nog maar zes voortanden. En je kiept met vakkundige precisie water uit je tuitbeker om ‘spat eens met je handjes’ op de kinderstoel te doen. Als variatie op het van een van je oudtantes geleerde ‘klap eens in je handjes’. Ja, het leven met jou is een feest. Zo nu en dan in de vorm van een waterballet. Compleet met applaus en reprise.

Het is bijzonder dat jij als klein mannetje al zo veel teweeg kunt brengen. Je slaakt kreetjes om aandacht, gilletjes als het te lang duurt en brullen lukt ook als het echt moet. Als je geen zin meer hebt in je pasta, belandt het als een mooi stilleven onder je stoel. En in de weidse omtrek daarvan. Als je opgetild wilt worden, strek je je armen naar me uit. En dan moet ik dus echt niet proberen om met je te gaan lopen. Flauwekul. Levensles: Communiceer duidelijk. Dat kan prima non-verbaal. En daar is iedereen bij gebaat.

Nachtvoedingen moet je als moeder koesteren. Volgens een bekende Nederlandse verloskundige althans.  Dit “mantra” herhalen we dan nog steeds na drie kinderen. Al is het met licht cynisme als we allebei het liefst willen slapen. Zoals bijvoorbeeld ‘Je bent dit moment toch wel aan het koesteren, hè?’ met de intonatie van iemand die een pistool tegen je slaap houdt. Zolang de oxytocine effectief is om lol en verbinding van mij met jou te hebben ’s nachts, lukt dat koesteren wel. Dat was niet zo als ik zou denken: ‘Ik. Wil. Slapen. NU.’ Voor jou zijn die gebroken nachten geen punt, omdat jij daarnaast ook overdag gewoon lekker en lekker lang tukt. En jij overdag tijdens de voeding ietsje, een heel klein beetje maar, wordt afgeleid door la bella en haar oudste fratello.


Want het liefst doe je mee met alles wat zij doen. Zo snel en uitbundig mogelijk. Daarom heb je ook een bijzondere tijger-sluip-move die het midden houdt tussen schuiven op een arm en kruipen. Dat lijkt vooralsnog nog het snelste. Toch heb je je eerste echte schoentjes gekregen. Als stimulans om heuse stappen te gaan zetten. En zodra je ze aanhebt, begin je als een soort Klein Duimpje met zevenmijlslaarzen heel grote stappen te zetten. Aan de hand, dat nog wel. De meest recente voortekenen van loslopen. Dat loopt wel los.

Lieve kersverse dreumesmuppet, gefeliciteerd!

maandag 29 juni 2015

Prevakantiemanagement: helpen inpakken of wegwezen!

We gaan op vakantie en nemen mee… drie kinderen en een vouwwagen en wat-daar-ook-alweer-allemaal-in-moet. Voor dit laatste is sinds de oprichting van het management de kampeerpaklijst in het leven geroepen. Die behoefte ontstond bij mij na de geboorte van la bella. Ik wilde niet met een hoofd als een zeef (of was het nou een zeverig of een zweverig hoofd?) steeds weer bij die andere ouder in opleiding moeten navragen of hij het speentje/de luiers/de tuitbeker al gepakt had. Maar gewoon lekker afstrepen wat er al verzameld is.

Twee weken voor de geplande vakantieweek duikel ik versie zomer 2013 op. Die mag wat geüpdatet worden met een muppet verder die ook nog net aan het kruipen is. Babyuitzet en wat extra vouwwageninboedel toevoegen aan de lijst: check! Maar verder is de inhoud niet veel anders dan voor pakweg een vakantie naar Ameland. Het betere inpakwerk kan beginnen.
De dag voor gepland vertrek brengen we door met pakken. Maar het voelt als inpakken tussen de bedrijven door. Bedrijven zoals: entertainmentbedrijf Duplo & co voor de gebroeders muppet, baristabedrijf Capu alla casa voor het gehele managementteam (het is tenslotte toch al een la dolce vita vakantiedag), fruit- and funmomentjes voor het hele gezin en busbreng- en -ophaalservice voor la bella.

Door de jaren heen is het glashelder geworden: iedere keer tijdens het pakken – of het nu voor een weekend naar familie was, toen we nog in Nederland woonden of nu hier als we langere reizen maken – kom ik tot een moment waarop ik denk: ‘Ik geef het op! Waarom doe ik dit? Haal mij hier weg! Sop het lekker op. Allemaal.’ Maar de grap is dat ik deze gedachten wel heb, maar het nooit heb opgegeven, me af heb laten voeren of iemand de natte dweil heb toegeworpen. Al zou dat best eens leuk zijn. Nee, altijd komt er een eind aan dat eindeloos lijkende pakken. Er is altijd een moment te midden van alle chaos dat alles toch is verzameld en ingepakt in koffers, kratten, zakken en handtassen. En dat dit boeltje op wonderbaarlijke wijze in de auto past. Of zichzelf ertussen propt. Dus doordat ik dat nu weet, begin ik bij de eerste ‘ik geef het op’-gedachte al inwendig om mezelf te grinniken.

Om de spirit er lekker in te houden, is een hoogtepunt van de bedrijvigheid om samen met la bella en il piccolo più grande de kampeerpaklijst af te werken. Wat gaat er allemaal in hun koffers? En wie gaat dat erin doen? Zijzelf natuurlijk! Zodat ze zelf leren wat er meegaat in zo’n weekje vakantie en hoeveel ze van alles nodig hebben. ‘Haal twaalf onderbroeken uit je klerenkast.’ Check. ‘Vijf shirts met korte mouw.’ Dubbel check. ‘Wil je even meegaan, mama?’ ‘Natuurlijk, schat!’ De beste workouts voor la mama, op en neer van de koffer in de kamer bij de computer naar de slaapkamer van de muppets. Het zijn de kleine dingen die het doen. De kids oefenen intussen lekker met tellen. Onze stuiterbal begint zijn zus ongemerkt al aardig bij te benen. En allebei kunnen ze zelf hun kledingkeuzes maken. Ook leuk. La bella maakt dit keer al setjes: dit rokje moet bij dat shirt. Het moet niet gekker worden. Ik zal er maar niet bij vertellen dat mijn berenkleedje en postpapier een week voor vertrek al bij mijn ouders op de eetkamertafel klaar lagen, vroeger.

Dagelijks zijn we als gezin vooral bezig met wat er op dat moment mag gebeuren. Daarom zoeken we pas op de avond voor vertrek een camping. In tegenstelling tot in mijn vroegere dromen. Daarin bereidde ik vakanties voor, zoals in het kinderloze tijdperk: met het bestuderen van de reisgidsen een beeld krijgen van de prachtige omgeving waar je naartoe gaat en op basis daarvan een uitgekiende keuze maken voor de camping. Life with three muppets is different. Ook leuk en luchtig, en anders! We maken een selectie van drie campings. Volgens het principe: zorg dat je naast een plan A ook een plan B en C hebt. Belangrijk, in Italië.


De weersverwachtingen van ons gewenste vakantiegebied zien eruit als grijze wolkjes. Tien zalige minuten spelen we met het idee om toch zondag te gaan in plaats van zaterdag, morgen. Het idee van een dag ‘over’ voelt zo aanlokkelijk. Zo’n dagje in een soort luchtbel van niks. Een positieve invulling van het idee van ‘Ik geef het op!’ Gewoon adempauze creëren en vooral zorgen dat we die tent niet kletskliedernat moeten opzetten. Bij nadere bestudering blijken de wolkjes en temperaturen niet boosaardig genoeg om ons thuis te houden. Maar toch: het besef dat we altijd een keuze hebben wanneer we vertrekken, geeft een vrij gevoel van rust.



Intussen is het management met haar muppetshow op vakantie geweest. Prachtige plaatjes geschoten aan de Italiaanse kust van Ligurië, bij Cinque Terre. Een aanbeveling. De muppets hebben genoten van zon, zee, strand, zand, zwembad en speeltuin. En nu is het management zelf nog meer aan vakantie toe. Liefst met het hele managementteam. En een goeie masseur. Een leuke cocktailshaker ook. Een lief lachende kussenopschudmevrouw. Een zwoele Italiaanse barista, die elke cappuccio van een ander leuk word-ik-blij-van-figuurtje, in het melkschuim dan, voorziet. En last but not least een goeie entertainer/ interieurverzorger/ casalinga/ cuoco/ praatjesmaker die alla casa de boel een beetje leuk draaiende houdt. Zodat, als het team helemaal geknepen, geshaket en opgeschud terugkomt van vele cappuccinomomentjes, dit team gewoon met opgefriste lei kan beginnen. Lijkt me fijn, om even bij weg te dromen. 



Buona vacanza a tutti!

donderdag 4 juni 2015

Willetjes en welletjes

‘Welke jurk zal ik vandaag aandoen?’, vraagt la bella aan haar stuiterbroer. Dat doet ze zeker niet dagelijks, want zij kiest veel te graag zelf uit haar uitgebreide collectie. Maar vandaag is een speciale dag: broerlief heeft zijn kinderfeestje. Zijn eerste heuse kinderfeestje, omdat hij vier is geworden. En dan ook meteen een internationaal feestje. Het gestuiter is niet van de lucht. In de lucht, dat wel.

‘Je nieuwste omajurk, als je wilt’, antwoordt hij enthousiast met een vertederende zachtheid in zijn stem. En bij omajurk moet je dus niet denken aan een slonzige, vormeloze, oubollige bloemetjesjurk voor een oud omaatje in een oud-omaatjeshuis, maar aan een lichte, zonnige, zwierende, klokkende zomerjurk met vlindertjes, bloemetjes en bijtjes en andere onschuld. En dan met la bella erin, om het feest compleet te maken.

Klinkt als een ‘GO’, zou je denken. Maar, wonder boven wonder, niet vandaag voor la bella. Nee, ze komt triomfantelijk en licht uitdagend met een, ook leuk, alledaagser vlinderjurkje aanzetten. Huilend broertje in haar kielzog. Smijt zichzelf dramatisch op de bank, dat soort werk.

Intussen staat la mama de groengekleurde pasta di zucchero voor de Ninja Turtle taart uit te rollen op tafel. Hèt ideale moment natuurlijk om bij la bella en haar broer in te mogen grijpen.

‘Lieverd, zie je dat je broer verdrietig is? En dat hij iets anders wil dan jij nu doet? Nadat jij hem vroeg welke hij wil dat jij draagt, omdat hij zijn feestje heeft?’. Dubbele frons in haar voorhoofd. Noem het maar gerust de ‘onweerlook’. Nog net in staat met donkere ogen onder de frons bliksem te schieten. Armen gesloten over elkaar. Stamp op de grond ter ondersteuning. Goed opgelet bij ‘If you are angry and you know it stamp your feet’ (https://www.youtube.com/watch?v=l4WNrvVjiTw Super Simple Songs – If you are happy and you know it).

‘Als ik de omajurk aandoe en we gaan spelen, wordt hij vies of gaat hij stuk.’ Terwijl ik in mijn geheugen graaf, wanneer ikzelf met deze boude uitspraak gedreigd zou hebben, gaat er langzaam een lampje branden. Typisch geval van een spaarlampje. Een tijdje geleden had ze een heerlijk felgekleurd zomerjurkje aan naar school van een fijn Spaans merk. Want over het algemeen luidt ons devies met kleding: ‘Doe het maar lekker aan, want daar is het voor. Niet om in de kast te laten hangen en kwijlend naar te kijken.’ Althans, dat was tot dan toe het devies. Maar aan het eind van die schooldag kwam ze thuis met een grote scheur in de jurk. Toen zal ik dus zo’n uitspraak gedaan hebben als: ‘Zulke speciale jurken moeten we maar niet meer aandoen naar school of met spelen.’ Ik heb die naaigenen niet van oma geërfd, namelijk. Mmm…van die uitspraak is mijn meisje dus best geschrokken.

‘Maar meisje, doe hem nu maar gewoon aan! Als hij vies wordt , kunnen we de omajurk wassen. En zo snel gaat een jurk toch echt niet stuk met spelen? Als je naar buiten gaat en bang bent voor scheuren, kun je nog altijd een ander jurkje aandoen.’ Maar de weerstand van la bella houdt aan, wordt heviger. Mijn deegroller wacht geduldig. En mijn geduld wordt minder, zodra het gestamp en geschreeuw van la bella in kracht toeneemt. Uiteindelijk is het welletjes en stuur ik, inmiddels ook fel, haar naar haar kamer.

Als ik tot tien hebt geteld (werkt altijd goed voor kids èn mama’s), ga ik op haar kamer met haar in gesprek. ‘Maar hij zei: “Als je wilt”, zegt ze nog steeds boos ‘en ik wil dat niet.’ vervolgt ze. ‘Ik mag kiezen.’

Aha. Nu sta ik dus tussen twee willetjes van twee mensjes. Het ene willetje is boos, omdat ze niet mag doen waar zij voor gekozen heeft. Het andere willetje is verdrietig, omdat zijn zus niet doet wat hij haar vraagt. En de beleefdheidsvorm ‘Als je wilt’ moet hier dus even hoognodig uit het raam gesmeten worden. En het verdrietige willetje mag vandaag voor zijn verjaardagsfeestje de leiding nemen wat mij betreft. Dus ik zeg: ‘Hij zei wel “Als je wilt.”, maar aan zijn verdriet kun je zien dat hij dat niet bedoelt. Hij bedoelt: “Ik wil dat je deze jurk voor me aantrekt. Want die vind ik mooi.” Basta cosi.

Ze trekt de kastdeur met een stevige zwaai open om haar ongenoegen niet onopgemerkt te laten. Ik besef dat net als zij boos blijven geen oplossing biedt. Dus ik vraag haar naar de onderliggende reden van haar pittige gedrag: ‘Vind je het spannend dat je broer een feestje heeft?’. De erkenning blijkt een opening te bieden door de muur van boosheid en oneerlijkheid. ‘Ja, ik vind het spannend dat al die kindjes komen die ik niet ken en niet kan verstaan. Wat moet ik dan zeggen?’ Dikke tranen rollen over haar wangen.

Daar komt de aap uit de mouw. Ik ontspan en erken dat het ook spannend is. Maar dat broerlief of het managementteam het Italiaans of het Engels dat de kindjes spreken, voor haar kunnen vertalen. En dat er uiteindelijk maar maximaal zes kindjes komen, van wie er twee de Franstalige buurkindjes zijn. Met wie ze vanaf het moment dat we hier kwamen wonen, met handen en voeten en steenkolen Engels-Italiaans en gebarentaal al zo stoer speelt. Daarnaast maximaal twee andere kindjes van de Europese crèche, die elk wellicht een broertje of zusje en hun ouders meenemen. Ik rits haar jurk dicht.

Het kinderfeestje verloopt in al haar chaos en gezelligheid. Bij haar bed fluistert la bella me ’s avonds toe: ‘Ik ben blij dat mijn broer de omajurk voor me had uitgekozen vanochtend.’ Ontroerd door deze ontwapening verlaat ik haar kamer.

Later vertelt il papa me hoeveel complimentjes la bella heeft ontvangen van de gasten over haar omajurk. En hoe iedereen haar vroeg zo mooi te zwieren met haar jurk. De emotionele rollercoaster met i bambini is weer tot stilstand gekomen. Het leven danst weer. De taart wordt een happy turtle.



zaterdag 9 mei 2015

Mother's Day Moms

For the caring mom
For the ‘you’re good enough’- mom
For the tough mom-of-five to be
For the sweet stepmom

For the juggling supermum
For the outstanding three-times over yummy mum

For the expectant mum-to-be
For the red hot mum
For the graduate mum
For the mother of a girl here, with her sister in her heart
For the beautiful mother of almost two
For the finally pregnant again mother
For the mixed-race mum
For the passionate broken nights mum
For the authentic artist-mum
For the sporty mother
For the almost-grandma mum

For the creative, job hunting mom
For the tower of strength expat mom
For the emotional roller coaster splendid mom
For the gentle mom of a premature little girl
For the accepting, independent mom
For the homesick for mom-mom

For the loving woman who gladly wants to be a mom

For the loving mother-in-law

For my dear mommy


Have a carefree, loving, sunny Mother’s Day, beautiful mom!

Moederdagmoeders

Voor de zorgzame moeder
Voor de goed-genoeg-moeder
Voor de stoere bijna-moeder-van-vijf 
Voor de lieve stiefmoeder

Voor de twee-vliegen-in-een-klapmoeder
Voor de drievoudig voorbeeldmoeder

Voor de verwachtingsvolle moeder in spe
Voor de kersverse moeder
Voor de promoverende moeder
Voor de moeder van een meisje hier en haar zusje in haar moederhart
Voor de prachtige moeder van bijna twee
Voor de eindelijk-weer-zwangermoeder
Voor de twee-culturen-op-een-kussenmoeder
Voor de passievolle, gebroken-nachtenmoeder
Voor de authentieke, kunstenaresmoeder
Voor de powermoeder van vier
Voor de sportieve moeder
Voor de bijna-oma moeder

Voor de creatieve, werkzoekende moeder
Voor de rots-in-de-branding-expatmoeder
Voor de wipwappende prachtmoeder
Voor de zachtaardige moeder van een prematuur meisje
Voor de onbevangen, zelfstandige moeder
Voor de heimwee-naar-mama-moeder

Voor de liefdevolle vrouw die graag moeder zou willen zijn

Voor de liefhebbende schoonmoeder

Voor de liefste: mama

Heb een zorgeloze, liefdevolle, zonnige moederdag, mooie moeder!



dinsdag 5 mei 2015

Ach mam, ga toch fietsen!

Fietsen. Het is lekker gewoon. In Nederland. Fietspaden en -stroken, duidelijke verkeersborden, fietsverkeerslichten, fietsenrekken: noem het maar op, het is daar allemaal geregeld en vanzelfsprekend. Je hoeft er niet over na te denken. Dus ik fietste in Nederland bijna dagelijks twee keer op en neer naar school met la bella. Zij fietste naast mij, al snel zonder zijwieltjes, terwijl de andere muppet bij mij achterop zat. Dat was anderhalf jaar geleden in Nederland. En nu in Italië? Sinds anderhalve maand kan ik weer fietsen, want de babymuppet kan sindsdien stevig genoeg zitten voor in het fietszitje. Ultieme vrijheid, buiten en in beweging.

Ik word hier ook zo blij van fietsen, want:

1.    Het biedt mij en mijn muppet een prachtige uitzicht
Daar zit hij dan, eerste rang. Hij geniet van het verstrekkende uitzicht op besneeuwde bergen, prachtige magnolia’s, camelia’s, blauweregen en andere bomen die nu volop in bloei staan. En ik kan het bolletje van dat kleine menneke, míjn eerste prachtige uitzicht, af en toe van een dikke kus voorzien. Dubbel feest.

2.    We hebben maar weinig ruimte nodig
Mijn gevolg en ik nemen fietsend niet zo veel ruimte in als met de auto. Fijn voor de andere weggebruikers, toch? En voor mezelf fijn dat ik zónder metalen schaafwonden en deukjes een straat met eenrichtingsverkeer doorkom. Of een straat met tweerichtingsverkeer met ruimte voor een serieuze auto (een kleine Fiat wordt in dit geval ook een serieuze auto genoemd). Ook prettig: ik hoef met de fiets geen hellingproef in z’n achteruit uit te voeren, waarbij ik, eenmaal boven, uitkom op een drukke straat met achteruitkijkspiegeluitzicht op een blinde muur. Wat overigens wel een goede oefening is als je je rijbewijs moet hernieuwen.
Zo neem ik ook niet zo veel ruimte in als met pakweg een wandelwagen en een loopfiets, mijn gebruikelijke manier om naar de bushalte te gaan om la bella van de schoolbus te halen.
En ik neem zéker niet zo veel ruimte in als met een wandelwagen en een driewieler met duwstang. Oké, toegegeven, dat heb ik één keer gedaan: heel onflatteus wijdbeens en toch op hakken de berg op — tja, hoe moet ik anders het noemen — kachelen. Geen daverend succes. Heel raar.

3.   Nu gebruikt in ieder geval één iemand de fietspaden
Hoezee, met de fiets kan ik gebruikmaken van fietspaden! Tenminste, als die er zijn. In de eerste week hier “ontmoet” ik een groen stukje fietspad dat even prompt ophoudt als het begint. Aangevroren en spiegelend van de gladheid, dat dan weer wel. Rondom het Meer van Varese en het Meer van Monate zijn wel wat serieuzere  fietspaden. Niet voor la mama om veilig en functioneel van A naar B te komen, wel voor recreatievelingen. Die kom ik hier voornamelijk tegen met mooi voorzomers lenteweer. In het weekend. Op de mountainbike of op de wielerfiets.

4. Het houdt me in balans
Op mijn bloemige moederfiets ben ik compleet in fysieke balans, zeker nu weer met een kind voor- en een kind achterop. Lekker stabiel. Als het tenminste niet waait wanneer ik bergaf fiets, uiteraard. En als ik op gang ben. Voor de supermarkt laad ik mijn fietstassen vol met fruit en brood. Met alleen babylief in het zitje ben ik klaar om te gaan rijden. De fiets niet, die kantelt. Een charmante Italiaanse man komt me te hulp. Even waan ik mij in een scène van een romantisch film als mijn blik die van mijn ‘Italiaanse redder’ kruist, terwijl wij samen mijn fiets corrigeren. Maar ja, zijn vrouw staat, even aardig lachend en bezorgd, achter me. En ik heb gewoon mijn trouwring om. The end.

5.    Het helpt me om vrolijk sociaal verkeer creëren
Alle mensen die ik tegenkom, kan ik met een flitsende persoonlijke groet tegemoet gaan. Een gulle lach, een uitbundige zwaai, een samenzweerderige knipoog of een andere goedgemutste vorm van een buongiorno. Tenminste, als ze niet achter hun spiegelend glas in hun warme autootje zitten. Er wordt regelmatig met een mengeling van angst en bewondering toegekeken. Dat was zeker zo toen ik met een zwangere buik en een kind achterop door het dorp fietste. Wat ik natuurlijk niet alleen bij mooi weer deed. Je bent tenslotte Nederlander of je bent het niet.

6.    Nu wordt ook het fietsenrek gebruikt
Ik kan mijn metalen pakezel bij de winkel in een fietsenrek zetten. Uiteraard mits er een fietsenrek ís bij die winkel. Als dat er is, kunnen er zelfs nog vijf — ik herhaal: vijf — andere fietsers parkeren. Maar dan moeten er natuurlijk wel nog vijf andere mensen zijn die fietsen. In de loop van de tijd dat wij hier wonen, kom ik steeds meer fietsenrekken tegen. Niet alleen voor de fietsenwinkel, ook voor de supermarkt. Zou dat zijn, omdat wij met ons gezin van uiteindelijk vijf potentiële fietsers de hoeveelheid functionele fietsers in het dorp verdubbeld hebben? Er was een moment dat een medemoeder van de crèche dacht dat er wel twéé verschillende ouders hun kind met de fiets kwamen brengen. Dat husband een andere ouder geïnspireerd zou hebben! Maar nee hoor, het bleek gewoon om twee van onze fietsen te gaan. Manlief heeft een fietszitje achterop en ik eentje zowel voor- als achterop. Gewoon, zoals dat is bij Nederlandse ouders.

Niet alleen ik word heel blij van fietsen. Als we ergens naartoe gaan, zeggen de muppets: ‘Ik wil niet met de auto. Dat is saai. Ik wil lopen of met de fiets!’ Onze stuiterbal haalt zijn zus sinds zijn derde verjaardag met zijn supersnelle, stoere loopfiets op van de bus. En hij springt een gat in de lucht als ik hem met zijn kleine broertje uit de crèche haal op de (typisch Hollandse?) moederfiets met extra lage instap, die voor de balans. La bella fietst nu rondjes op onze parkeerplaats voor de garage. Haar doelen van deze week zijn om al fietsend een hand uit te kunnen steken, snel het bergje van de oprit af te kunnen rijden en soepel om te keren zonder te stoppen. Che brava! En ik ga ook weer lekker nuchter en vrolijk die fiets pakken.

Trouwens: ik droomde in Nederland van een bakfiets voor de hele muppetshow. Zal ik dat hier al durven? Of zal ik wachten met een bakfiets tot we weer door Nederland toeren?