Pagina's

maandag 23 november 2015

Kinderen voor Kinderen

Met la bella en onze oudste, huppelende zoon zitten we onder een dekentje op onze bank. Op tv is via een livestream verbinding Kinderen voor Kinderen nummer 36 zichtbaar. Bij het lied ‘Waarom moet ik gaan?’ kijken ze ademloos toe en nemen elk woord stilletjes in zich op (Waarom moet ik gaan? https://www.youtube.com/watch?v=o-r13ul5mYA). Vooral in de beleving van la bella is wat een kind van de Kinderen-voor-Kinderen-cast zingt, op dat moment ook exact wat dat kind in diens leven meemaakt.

‘Waarom moet ik weg? Ik heb hier toch mijn huis?’ zingt een van de meisjes. La bella identificeert zich met het kleine zangeresje in haar stippelpakje en met paardenstaartje. Zij ‘moest’ anderhalf jaar geleden ook weg uit haar land, Nederland.

‘Waarom moesten wij ook alweer weg uit Nederland? Wij hebben daar toch ook een huis?’ vraagt ze ons.
‘Wij móésten niet weg uit Nederland,’ leg ik uit. ‘Wij kozen daar zelf voor. Papa vond hier in Italië werk. Wij vonden dat een mooie kans om tijdelijk hierheen te verhuizen met ons gezin.’

Ik wil haar uitleggen wat het verschil is tussen weg moeten uit een land vanwege onveiligheid en oorlog, en zelf kiezen voor weggaan van de vertrouwdheid van familie en vrienden om nieuwe ervaringen op te doen. In de wetenschap en het vertrouwen dat zij er ‘gewoon’ zijn. Maar het is nogal moeilijk om dat uit te leggen aan een zesjarige. Vooral ook omdat een vluchtsituatie voor mijzelf nauwelijks te bevatten is. En het geborgen gevoel van familie en vrienden is ook helemaal niet zo’n keiharde wetenschap. Laat staan dat het gewoon is. Toch doe ik een poging om dit uit te leggen.

‘Als je weg moet uit een land vanwege oorlog, kun je bijvoorbeeld jouw eigen speelgoed niet meenemen. Moet je je voorstellen: je hebt alleen je kleren die je aanhebt en een klein draagtasje met spullen. En met papa, mama en je broers ga je op weg naar een ander land.’

En het is nog maar de vraag of je met hen allemaal bij elkaar kunt en zult blijven, denk ik er somber achteraan. Want die verhalen hebben ons natuurlijk ook bereikt via het Jeugdjournaal. Maar ik ga dit niet herhalen nu.

Het is niet uit te leggen. Voor een zesjarige. En voor mij.

Het missen van familie en vrienden, zoals wij dat als gezin ervaren, wordt verzacht doordat wij in een vrij land wonen en vrij zijn hen te bezoeken of hier te ontvangen. Maar hoe is dat als je hen moet achterlaten in een door oorlog verscheurd land? Daarbij komt een portie angst en onzekerheid over de toekomst, over een plek om te wonen en een nieuwe omgeving om te verkennen, een nieuwe taal om te leren, over een plek om te werken, over een plek om je veilig te voelen en geliefd te zijn. En daar weer in te geloven. Daarin te kunnen blijven geloven. Poeh.

Datgene wat we uiteindelijk allemaal willen. Want daarin zijn we allemaal gelijk. In onze behoefte aan liefde.

Ondertussen zijn de kinderen van de bank af gesprongen en breken hun hoofdjes over de swingende danspasjes op Energie (https://www.youtube.com/watch?v=w98ublWSoUI).

1 opmerking: